Wetenschap

Als sociaalwetenschapper ben ik gespecialiseerd in twee vakgebieden: Gender Studies en Science & Technology Studies (STS). Inzichten uit beide vakgebieden helpen mij om de schaduwzijde van de moderne samenleving beter te begrijpen, die in de praktijk vaak minder vooruitstrevend, rationeel en tolerant is dan we denken, en om het fundament van een nieuwe samenleving te leggen.


Paradoxen van de moderne samenleving ontrafelen

De liberale Westere samenlevingen lopen op hun laatste benen. Het systeem loopt op allerlei manieren vast, en steeds vaker blijken mooie praatjes over vooruitgang, moderniteit en vrijheid in de praktijk vooral neer te komen op onderdrukking, controle en uitsluiting. Mijn wetenschappelijk werk staat in het teken van het begrijpen van de paradoxen van de moderne samenleving, zodat een nieuw fundament kan worden gelegd voor moderne samenlevingen die werkelijk vrij en vooruitstrevend zijn.

Gender & Sexuality Studies
Gender en seksualiteit is een sleutelthema in mijn wetenschappelijke werk. Liberale westerse samenlevingen zijn uiteindelijk patriarchaal van aard, en vinden hun culturele oorspong in de neolithische revolutie, 12.000 jaar geleden. De mens is van origine een androgyne diersoort, die allesbehalve optimaal gedijt in patriarchale culturen. Een centrale vraag in mijn werk is daarom hoe de patriarchale samenleving dan toch is ontstaan en wat dit heeft opgeleverd, en hoe we vanuit dat inzicht kunnen groeien naar een samenlevingsvorm die beter past bij onze androgyne kern.

Ik maak mij zorgen over de wijze waarop het debat over gender zich ontwikkelt, met steeds meer polarisatie en ideologisering. Aan progressieve zijde heeft een absurd maakbaarheidsdenken over gender terrein gewonnen, waarin zelfs het idee dat er twee biologische geslachten zijn wordt ontkend. Als reactie hierop zien we radicale genderkritische posities ontstaan, die helemaal van het verschil tussen sekse en gender afwillen, en die biologisch determinisme als dogma hanteren. Omdat ook universiteiten in de ban zijn van geradicaliseerde genderideologie, trekken experts niet goed de rol naar zich toe om te de-escaleren. De polarisatie zet door, waardoor de kwetsbare emancipatie van LHBTI zelfs in gevaar dreigt te komen.

Ik ben een van de initiatiefnemers van het Amsterdam Gender Theory Research Team (zie gender-theory.org). De doelstelling van dit netwerk is om door middel van wetenschappelijke publicaties en conferenties meer ruimte te creëren voor genuanceerde en gematigde middenposities in het gepolariseerde debat tussen ‘gender non-critical’ en ‘gender critical’ posities. Daarnaast werk ik aan mijn project De Androgyne Mens, dat bestaat uit een publieksboek (in ontwikkeling, zie androgynemens.com) en een cursus die iedereen kan volgen. Dit project is gebaseerd op mijn hypothese dat wij als mens op dit cruciale moment in onze ontwikkeling alleen maatschappelijk kunnen doorgroeien als we het contact met onze androgyne kern herstellen.

Sciene & Technology Studies
Naast Gender & Sexuality Studies (GSS) ben ik gespecialiseerd in Science & Technology Studies (STS). Dit vakgebied bestudeert de relatie tussen mens en technologie, en heeft fundamentele inzichten opgedaan over de aard van wetenschappelijke kennis. Wetenschap en technologie spelen een steeds grotere rol in onze samenleving. Er is veel vertrouwen in wetenschap en technologie, omdat we geloven in het idee dat daar neutraliteit en objectiviteit te vinden is. Maar in werkelijkheid zijn wetenschap en technologie echter door en door politiek, zo heeft onder andere het werk van Bruno Latour feilloos blootgelegd.

De inzichten uit vakgebieden als virologie, geneeskunde, klimaatwetenschap, conflictstudies en genderstudies kunnen we alleen begrijpen als we oog krijgen voor de machtsagenda die achter deze vakgebieden schuilgaat. Deze vakgebieden zijn de afgelopen decennia steeds meer in de greep geraakt van het neoliberale surveillancekapitalisme, en zijn zo steeds meer een agenda van winst en controle gaan dienen. Dit leg ik nader uit in mijn cursus De Crisis van de Wetenschap, die deels gratis op YouTube terug te kijken is.

Ik geloof heilig in het belang van wetenschap en technologie voor een florerende samenleving waarin menselijk lijden tot een minimum wordt beperkt en waarin menselijke creativiteit en plezier optimaal tot uiting kan komen. Ik onderzoek manieren waarop wetenschap en technologie verantwoorder en democratischer kunnen worden ingezet. Daarbij vertrek ik van het inzicht dat wetenschap in de kern een sociale en collectieve bezigheid is, en dat alle mensen – ook niet-wetenschappers – kennis produceren door een intieme relatie aan te gaan met de materiële wereld.


Mijn onderzoeksthema’s

  1. Homofobie en geweld tegen LHBTI
  2. Mannelijkheid en de wortels van het patriarchaat
  3. Project 1012 en sekswerk in het Wallengebied
  4. De Nederlandse tolerantie, nationalisme en de multiculturele samenleving
  5. De Nederlandse paradox en moderne uitsluiting
  6. Gay Pride versus Gay Shame
  7. De toekomst van seksualiteit en gender: androgynie
  8. Democratisering van wetenschap en technologie

1. Homofobie en geweld tegen LHBTI

In 2008/2009 publiceerde ik mijn eerste onderzoek: Als ze maar van de afblijven (volledig als PDF te downloaden). In opdracht van de gemeente Amsterdam en de politie Amsterdam-Amstelland, en in samenwerking met collega’s Gert Hekma en Jan Willem Duyvendak deed ik onderzoek naar de motieven van daders van antihomogeweld. Mijn conclusie was dat veel (met name jonge) mannen in Nederland homoseksualiteit nog altijd ervaren als een bedreiging voor hun mannelijkheid, ook zij die zich scharen achter de progressieve waarden van de seksuele revolutie. Extra uitdagingen zijn te zien bij bepaalde risicogroepen, zoals etnische en religieuze minderheden, in het bijzonder Marokkaans-Nederlandse jongens.

> Nederlandse publicatie (2009): Als ze maar van me afblijven. Een onderzoek naar antihomogeweld in Amsterdam
> English publication (2011): As Long As They Keep Away From Me. The Paradox of Antigay Violence in a Gay Friendly Country

↑ Terug naar overzicht onderzoeksthema’s


2. Mannelijkheid en de wortels van het patriarchaat

Mede door mijn onderzoek naar homofobie kreeg ik interesse in het thema mannelijkheid. Ik benader mannelijkheid niet slechts als biologisch gegeven, maar ook als sociale identiteit die met name voor jong volwassenen vaak op het spel staat en waarvoor zij allerlei werk moeten verzetten om deze identiteit te verkrijgen en te behouden. Uit mijn onderzoek blijkt dat jongens op grote schaal worstelen met hun mannelijke genderidentiteit. Normen op het gebied van mannelijkheid zijn snel een “gouden kooi”: hoewel mannelijkheid in onze cultuur nog steeds hoger wordt gewaardeerd dan vrouwelijkheid, moeten jongens op een smal pad lopen om hun mannelijke status te verkrijgen. Het tonen van emoties, zorgzaamheid en kwetsbaarheid wordt snel gezien als zwak en onmannelijk. De onderdrukking van de vrouwelijke kant van de man leidt tot allerlei problemen, waaronder agressie, depressie, misogynie en homofobie. Groepsdynamica en klasseverschillen vergroten deze problematiek. Ik ben geïnteresseerd in de sociaal-historische wortels van het patriarchale systeem, en hoe dit systeem is gegroeid uit de neolithische revolutie van 12.000 jaar geleden. Toen maakten jagers en verzamelaars plaats voor landbouwsamenlevingen, en werd de matriarchale clan ingeruild voor het heteronormatieve kerngezin. Ik hou me bezig met de vraag hoe dit systeem nog steeds doorwerkt in de huidige samenleving, en hoe de weg kan worden bereid naar een post-patriarchale samenleving (zie onderzoeksthema 7).

> Lees mijn artikel over het verschil tussen patriarchale en matriarchale samenlevingen (2022)
> Lees mijn artikel over de oorsprong van het patriarchaat (2022)
> Lees mijn artikel over homofobie en mannelijkheid (2014)

> Lees mijn interview over de worsteling van mannen met hun vrouwelijkheid (2022)

↑ Terug naar overzicht onderzoeksthema’s


3. Project 1012 en sekswerk in het Wallengebied

In 2008 begon ik met een onderzoek naar Project 1012, een omvangrijk beleidsplan van de gemeente Amsterdam gericht op de ruimtelijke structuur van het Wallengebied. Door controverses te volgen via interviews en etnografie heb ik de invloed van stedelijke vernieuwing op identificatieprocessen in deze unieke gemeenschap vastgelegd, onder andere in de seksindustrie. Mijn conclusie was dat de gemeente met de aanpak een repressief en moreel geladen beleid is gaan voeren ten aanzien van prostitutie, waarmee werd gebroken met decennia van gedoogbeleid. Mijn belangrijkste kritiek op Project 1012 is dat de twee hoofddoelstellingen ervan (economische opwaardering via stedelijke vernieuwing enerzijds, en het aanpakken van criminaliteit in de seksindustrie anderzijds) niet goed van elkaar gescheiden zijn. Economische belangen zijn zo bedekt met een morele discussie waarin sekswerkers a priori niet serieus zijn genomen als gesprekspartner, wat een democratisch beleidsproces heeft ondermijnd.

> Kijk mijn optreden in Filemon op de Wallen (BNN/VARA) terug (2017)
> Lees meer over mijn analyse van Project 1012 (2016)

> Lees mijn Engelstalige stuk over het falen van Project 1012 (2015)

↑ Terug naar overzicht onderzoeksthema’s


4. De Nederlandse tolerantie, nationalisme en de multiculturele samenleving

Vanaf 2009 doe ik onderzoek naar de Nederlandse identiteit als tolerante en progressieve natie. Ik ben me bezig gaan houden met wat ook wel seksueel nationalisme wordt genoemd: nationalistische identificatieprocessen die ontstaan zijn na 11 september 2001, en die ‘de moderne, tolerante en seculiere Nederlander’ tegenover ‘de achterlijke, conservatieve en religieuze nieuwkomer’ (met name moslims) plaatsen. Mijn conclusie was dat dit soort identificatieprocessen gebaseerd zijn op de assumptie van statische groepen en een lineaire opvatting van tijd. Hierdoor worden uitdagingen op het gebied van de emancipatie van seksualiteit en gender in toenemende mate toegeschreven aan migranten, terwijl de emancipatie van ‘autochtone’ Nederlanders ‘voltooid’ zou zijn. Dit creëert een eendimensionaal beeld van Nederlanders met een migrantenachtergrond, en bemoeilijkt het bespreken van de worstelingen die Nederlanders breed in de samenleving ervaren met diversiteit op het gebied van seksualiteit en gender. Tegelijkertijd staat de multiculturele samenleving ook op gespannen voet met een samenleving die open is naar diversiteit op het gebied van seksualiteit en gender: er zijn specifieke uitdagingen met deze acceptatie onder etnische en religieuze minderheden. Ik onderzoek in Amsterdam waar deze spanningen liggen en wat daar de oplossingen voor zijn.

> Lees mijn stuk over LHBTI-acceptatie en nationalisme in Nederland (2011)
> Lees mijn artikel over racisme in Nederland in NRC (2014)
> Lees mijn interview over de Nederlandse tolerantie met Brainwash (2017)
> Lees mijn interview over de oververtegenwoordiging van Marokkaans-Nederlandse jongens in homofoob geweld (2020)

↑ Terug naar overzicht onderzoeksthema’s


5. De Nederlandse paradox en moderne uitsluiting

Vanaf 2016 ben ik me opnieuw bezig gaan houden met de positie van seksualiteit en gender in de Nederlandse samenleving. Dit is een voortzetting van wat ik in eerder onderzoek ook wel de ‘Nederlandse paradox’ noem. Nederlanders geven meer dan in andere Westerse landen aan dat zij progressieve waarden op het gebied van seksualiteit en gender omarmen, maar mensen in de LHBTI-gemeenschap zelf geven aan nog allerlei problemen met uitsluiting te ervaren. Mijn conclusie was dat uitsluiting niet is verdwenen in het moderne Nederland, maar eerder van gedaante veranderd. Expliciete, traditionele uitsluiting heeft plaatsgemaakt voor impliciete, moderne uitsluiting. Nog altijd worden normen overgedragen die uitsluitend werken naar minderheden, vaak onbedoeld en onbewust, subtiel verpakt in alledaagse omgangsvormen of in instituten.

> Lees mijn stuk over de Nederlandse paradox op De Correspondent (2016)
> Lees mijn toespraak over moderne uitsluiting in Nederland bij de Riek Stienstra/Schorer Lezing (2017)

↑ Terug naar overzicht onderzoeksthema’s


6. Gay Pride versus Gay Shame

Vanaf 2016 ben ik me ook meer gaan bezighouden met de vraag wat de impact is van (moderne) uitsluiting op het psychosociaal welbevinden van de LHBTI-gemeenschap. Ook mannen die hun homoseksualiteit ‘out and proud’ vieren, worstelen vaak nog fundamenteel met schaamte, en dus met hun zelfbeeld. Dit ‘homotrauma’ speelt ook in de Amsterdamse context, waar LHBTI’s ondanks de ogenschijnlijke vrijheid nog altijd op grote schaal worstelen met hun ervaringen met uitsluiting die meestal teruggaan tot de vroege jeugd. Deze ervaringen hebben nog altijd grote invloed op de manier waarop hun seksualiteit en gender zich ontwikkelen. Filmmaker Robin Vogel maakte de documentaire Weg van de Kerk over dit thema, toegepast op de fetisjbar Club Church in Amsterdam, waaraan ik heb meegewerkt. Mijn conclusie was dat veel homomannen in het Amsterdamse uitgaansleven balanceren tussen gay pride en gay shame: zij vinden hun autonomie in de vrije moraal op het gebied van seks en gender, maar worstelen nog dikwijs met de manier waarop zij deze moraal een gezonde en gebalanceerde plek in hun leven kunnen geven.

> Lees mijn blog over het belang van het helen van homotrauma (2022)
> Lees mijn stuk over het Amsterdamse homonachtleven op De Correspondent (2016)
> Lees mijn toespraak over de moeizame acceptatie van LHBTI in Nederland (2017)
> Lees mijn interview over top en bottom als seksuele identiteiten op Expreszo (2015)

↑ Terug naar overzicht onderzoeksthema’s


7. De toekomst van seksualiteit en gender: androgynie

Door de feministische golven en de seksuele revolutie zijn we in korte tijd heel anders gaan denken over gender en seksualiteit. Zaken als gelijkwaardigheid tussen de genders, seksuele diversiteit en genderfluïditeit zijn overtuigend op de agenda gezet. Hoe zal dit zich de komende decennia verder ontwikkelen, in Nederland en in de wereld? Er is steeds meer sprake van maatschappelijke polarisatie rondom gender en seksualiteit, waarbij progressieve wokeness en conservatieve behoudzucht als excessen tegenover elkaar staan. De uitweg uit deze impasse ligt in mijn ogen in een radicale omarming van de androgyne kern van de mens. Wetenschappelijk onderzoek laat namelijk steeds overtuigender zien dat met name bij Homo sapiens alle mannen ook vrouwelijk zijn, en alle vrouwen ook mannelijk. Ik hou me bezig met de vraag hoe deze androgynie bij de mens evolutionair is ontstaan, en hoe desondanks 12.000 jaar geleden de patriarchale cultuur werd gevestigd tijdens de neolithische revolutie en de opkomst van de landbouwsamenleving. In deze cultuur werden mannelijkheid en vrouwelijkheid gespleten en in een hiërarchie geplaatst; een systeem dat tot de dag van vandaag intact is. Ik heb interesse in de vraag hoe de patriarchale cultuur onze samenleving, onze psyche en onze seksualiteit beïnvloedt. Ik vind het belangrijk om de vraag te stellen hoe seksualiteit en gender volledig bevrijd kunnen worden van patriarchale onderdrukking, en het concept androgynie geeft daarbij broodnodige houvast. Zo hou ik me bezig met het verbeelden van een nieuwe post-patriarchale samenleving waarin de genders weer geïntegreerd worden, en waarin het heteronormatieve monogame kerngezin zoveel mogelijk wordt uitgedaagd.

> Lees meer over mijn wetenschappelijke werk naar gender en androgynie (2023)
> Lees mijn pleidooi tegen politieke correctheid in de LHBTI-emancipatie (2022)
> Lees mijn stuk over hoe we de androgyne kern in onszelf herstellen (2022)
> Lees meer over mijn onderzoeksagenda naar androgynie (2022)

↑ Terug naar overzicht onderzoeksthema’s


8. Democratisering van wetenschap en technologie

Nederland identificeert zich sterk met zaken als secularisme, rationaliteit en moderniteit. Wetenschap en technologie zijn het kloppende hart van moderne westerse samenlevingen, en zijn een bron van nationale trots en zelfverzekerdheid. In de traditie van Science & Technology Studies (STS) bestudeer ik de rol van wetenschap en technologie in de moderne samenleving kritisch. Onder andere in de aanpak van de coronacrisis werd pijnlijk duidelijk dat de bestaande opvatting van wetenschap en technologie als objectief en neutraal grote beperkingen heeft. Technocraten, monodisciplinaire experts en hoogtechnologische bedrijven trekken steeds meer macht naar zich toe in de aanpak van hedendaagse ‘wicked problems’, zonder dat hun belangen op het gebied van winst of surveillance worden gezien of geproblematiseerd. Ik wil laten zien dat het democratiseren van wetenschappelijke kennis niet alleen leidt tot meer inzicht in en betere aanpak van hedendaagse ‘wicked problems’, maar ook tot meer vertrouwen in en minder polarisatie rondom wetenschap en technologie.

> Lees mijn pleidooi voor een nieuwe democratische wetenschap naar corona op de Universiteit Utrecht (2022)
> Bekijk mijn lezing over het democratiseren van de wetenschap naar corona op de Radboud Universiteit (2021)
> Bekijk mijn interview over het gebrek aan linkse kritiek op het gebruik van wetenschap en technologie tijdens de coronapandemie in De Nieuwe Wereld (2021)
> Lees mijn stukken over mijn bezwaren bij de mRNA-vaccinatie en de technologische aanpak van Covid-19 (2020)
> Lees mijn analyse van de bijdrage van Bruno Latour aan Science & Technology Studies (STS) (2015)

> Lees over mijn interview met Bruno Latour in Sociologie (2014)

↑ Terug naar overzicht onderzoeksthema’s