Onderzoek

Als sociaalwetenschapper doe ik onderzoek naar seksualiteit en gender in de multiculturele samenleving, en naar democratisering van wetenschap en technologie. Wat deze thema’s verbindt is een interesse in het begrijpen van de schaduwzijde van de moderne samenleving, die in de praktijk vaak minder vooruitstrevend en tolerant is dan we denken.


Onderzoek naar de grenzen van de moderne samenleving

In mijn onderzoek gebruik ik Nederland en Amsterdam vaak als ‘case study’ naar de werking van moderne westerse samenlevingen. Ik doe onderzoek naar de rol van seksualiteit en gender in de multiculturele samenleving, en naar het gebruik van wetenschap en technologie in hedendaagse ‘wicked problems’. Een centrale bevinding in mijn werk is dat de moderne samenleving in de praktijk vaak minder vooruitstrevend en tolerant is dan we zelf denken.

Zo laat mijn onderzoek naar minderheden zien dat er duidelijke grenzen zijn aan de Nederlandse tolerantie. Ondanks de successen van de emancipatiebewegingen is er breed in Nederland nog steeds sprake van ‘moderne uitsluiting’. Dit zijn vormen van uitsluiting die subtiel, impliciet en onbewust gebeuren, bijvoorbeeld verpakt in alledaagse omgangsvormen, grapjes, aannames, etc. Op deze manier worden nog altijd allerlei traditionele normen overeind gehouden, bijvoorbeeld op het gebied van seksualiteit, gender en witheid. Als ondernemer heb ik trainingen en trajecten ontwikkeld om organisaties te helpen met het ontwikkelen van beleid op het gebied van diversiteit en inclusie waarin onderlinge verschillen werkelijk als bron van kracht worden herkend en aangeboord.

Mijn onderzoek naar de inzet van wetenschap en technologie rondom hedendaagse maatschappelijke vraagstukken laat zien dat kennis nog altijd slecht begrepen wordt in de moderne samenleving. Wetenschappelijke kennis wordt vaak gezien als een onproblematische weergave van de ‘objectieve werkelijkheid’, en technologie als een neutrale en eenduidige oplossing voor complexe problemen. De inzet van wetenschap en technologie in de neoliberale en patriarchale samenleving draagt zo onbedoeld en onbewust steeds meer bij aan een agenda van surveillance en onderdrukking. Ik onderzoek manieren waarop wetenschap en technologie als sociaal en collectief kunnen worden gezien, en hoe zij op die manier ook gedemocratiseerd kunnen worden.

Ik ga in mijn onderzoek altijd interdisciplinair te werk. Dat wil zeggen dat ik inzichten gebruik en combineer uit verschillende wetenschappelijke disciplines, met name de sociale en psychologische wetenschappen. Ik ga daarnaast ook het liefst transdisciplinair te werk, wat wil zeggen dat ik mijn onderzoek opzet in samenwerking met maatschappelijke partners, en hen ook zoveel mogelijk in het proces betrek.


Mijn onderzoeksthema’s

  1. Homofobie en geweld tegen LHBTI
  2. Mannelijkheid en de wortels van het patriarchaat
  3. Project 1012 en sekswerk in het Wallengebied
  4. De Nederlandse tolerantie, nationalisme en de multiculturele samenleving
  5. De Nederlandse paradox en moderne uitsluiting
  6. Gay Pride versus Gay Shame
  7. De toekomst van seksualiteit en gender: androgynie
  8. Democratisering van wetenschap en technologie

1. Homofobie en geweld tegen LHBTI

In 2008/2009 publiceerde ik mijn eerste onderzoek: Als ze maar van de afblijven (volledig als PDF te downloaden). In opdracht van de gemeente Amsterdam en de politie Amsterdam-Amstelland, en in samenwerking met collega’s Gert Hekma en Jan Willem Duyvendak deed ik onderzoek naar de motieven van daders van antihomogeweld. Mijn conclusie was dat veel (met name jonge) mannen in Nederland homoseksualiteit nog altijd ervaren als een bedreiging voor hun mannelijkheid, ook zij die zich scharen achter de progressieve waarden van de seksuele revolutie. Extra uitdagingen zijn te zien bij bepaalde risicogroepen, zoals etnische en religieuze minderheden, in het bijzonder Marokkaans-Nederlandse jongens.

> Nederlandse publicatie (2009): Als ze maar van me afblijven. Een onderzoek naar antihomogeweld in Amsterdam
> English publication (2011): As Long As They Keep Away From Me. The Paradox of Antigay Violence in a Gay Friendly Country

↑ Terug naar overzicht onderzoeksthema’s


2. Mannelijkheid en de wortels van het patriarchaat

Mede door mijn onderzoek naar homofobie kreeg ik interesse in het thema mannelijkheid. Ik benader mannelijkheid niet slechts als biologisch gegeven, maar ook als sociale identiteit die met name voor jong volwassenen vaak op het spel staat en waarvoor zij allerlei werk moeten verzetten om deze identiteit te verkrijgen en te behouden. Uit mijn onderzoek blijkt dat jongens op grote schaal worstelen met hun mannelijke genderidentiteit. Normen op het gebied van mannelijkheid zijn snel een “gouden kooi”: hoewel mannelijkheid in onze cultuur nog steeds hoger wordt gewaardeerd dan vrouwelijkheid, moeten jongens op een smal pad lopen om hun mannelijke status te verkrijgen. Het tonen van emoties, zorgzaamheid en kwetsbaarheid wordt snel gezien als zwak en onmannelijk. De onderdrukking van de vrouwelijke kant van de man leidt tot allerlei problemen, waaronder agressie, depressie, misogynie en homofobie. Groepsdynamica en klasseverschillen vergroten deze problematiek. Ik ben geïnteresseerd in de sociaal-historische wortels van het patriarchale systeem, en hoe dit systeem is gegroeid uit de neolithische revolutie van 12.000 jaar geleden. Toen maakten jagers en verzamelaars plaats voor landbouwsamenlevingen, en werd de matriarchale clan ingeruild voor het heteronormatieve kerngezin. Ik hou me bezig met de vraag hoe dit systeem nog steeds doorwerkt in de huidige samenleving, en hoe de weg kan worden bereid naar een post-patriarchale samenleving (zie onderzoeksthema 7).

> Lees mijn artikel over het verschil tussen patriarchale en matriarchale samenlevingen (2022)
> Lees mijn artikel over de oorsprong van het patriarchaat (2022)
> Lees mijn artikel over homofobie en mannelijkheid (2014)

> Lees mijn interview over de worsteling van mannen met hun vrouwelijkheid (2022)

↑ Terug naar overzicht onderzoeksthema’s


3. Project 1012 en sekswerk in het Wallengebied

In 2008 begon ik met een onderzoek naar Project 1012, een omvangrijk beleidsplan van de gemeente Amsterdam gericht op de ruimtelijke structuur van het Wallengebied. Door controverses te volgen via interviews en etnografie heb ik de invloed van stedelijke vernieuwing op identificatieprocessen in deze unieke gemeenschap vastgelegd, onder andere in de seksindustrie. Mijn conclusie was dat de gemeente met de aanpak een repressief en moreel geladen beleid is gaan voeren ten aanzien van prostitutie, waarmee werd gebroken met decennia van gedoogbeleid. Mijn belangrijkste kritiek op Project 1012 is dat de twee hoofddoelstellingen ervan (economische opwaardering via stedelijke vernieuwing enerzijds, en het aanpakken van criminaliteit in de seksindustrie anderzijds) niet goed van elkaar gescheiden zijn. Economische belangen zijn zo bedekt met een morele discussie waarin sekswerkers a priori niet serieus zijn genomen als gesprekspartner, wat een democratisch beleidsproces heeft ondermijnd.

> Kijk mijn optreden in Filemon op de Wallen (BNN/VARA) terug (2017)
> Lees meer over mijn analyse van Project 1012 (2016)

> Lees mijn Engelstalige stuk over het falen van Project 1012 (2015)

↑ Terug naar overzicht onderzoeksthema’s


4. De Nederlandse tolerantie, nationalisme en de multiculturele samenleving

Vanaf 2009 doe ik onderzoek naar de Nederlandse identiteit als tolerante en progressieve natie. Ik ben me bezig gaan houden met wat ook wel seksueel nationalisme wordt genoemd: nationalistische identificatieprocessen die ontstaan zijn na 11 september 2001, en die ‘de moderne, tolerante en seculiere Nederlander’ tegenover ‘de achterlijke, conservatieve en religieuze nieuwkomer’ (met name moslims) plaatsen. Mijn conclusie was dat dit soort identificatieprocessen gebaseerd zijn op de assumptie van statische groepen en een lineaire opvatting van tijd. Hierdoor worden uitdagingen op het gebied van de emancipatie van seksualiteit en gender in toenemende mate toegeschreven aan migranten, terwijl de emancipatie van ‘autochtone’ Nederlanders ‘voltooid’ zou zijn. Dit creëert een eendimensionaal beeld van Nederlanders met een migrantenachtergrond, en bemoeilijkt het bespreken van de worstelingen die Nederlanders breed in de samenleving ervaren met diversiteit op het gebied van seksualiteit en gender. Tegelijkertijd staat de multiculturele samenleving ook op gespannen voet met een samenleving die open is naar diversiteit op het gebied van seksualiteit en gender: er zijn specifieke uitdagingen met deze acceptatie onder etnische en religieuze minderheden. Ik onderzoek in Amsterdam waar deze spanningen liggen en wat daar de oplossingen voor zijn.

> Lees mijn stuk over LHBTI-acceptatie en nationalisme in Nederland (2011)
> Lees mijn artikel over racisme in Nederland in NRC (2014)
> Lees mijn interview over de Nederlandse tolerantie met Brainwash (2017)
> Lees mijn interview over de oververtegenwoordiging van Marokkaans-Nederlandse jongens in homofoob geweld (2020)

↑ Terug naar overzicht onderzoeksthema’s


5. De Nederlandse paradox en moderne uitsluiting

Vanaf 2016 ben ik me opnieuw bezig gaan houden met de positie van seksualiteit en gender in de Nederlandse samenleving. Dit is een voortzetting van wat ik in eerder onderzoek ook wel de ‘Nederlandse paradox’ noem. Nederlanders geven meer dan in andere Westerse landen aan dat zij progressieve waarden op het gebied van seksualiteit en gender omarmen, maar mensen in de LHBTI-gemeenschap zelf geven aan nog allerlei problemen met uitsluiting te ervaren. Mijn conclusie was dat uitsluiting niet is verdwenen in het moderne Nederland, maar eerder van gedaante veranderd. Expliciete, traditionele uitsluiting heeft plaatsgemaakt voor impliciete, moderne uitsluiting. Nog altijd worden normen overgedragen die uitsluitend werken naar minderheden, vaak onbedoeld en onbewust, subtiel verpakt in alledaagse omgangsvormen of in instituten.

> Lees mijn stuk over de Nederlandse paradox op De Correspondent (2016)
> Lees mijn toespraak over moderne uitsluiting in Nederland bij de Riek Stienstra/Schorer Lezing (2017)

↑ Terug naar overzicht onderzoeksthema’s


6. Gay Pride versus Gay Shame

Vanaf 2016 ben ik me ook meer gaan bezighouden met de vraag wat de impact is van (moderne) uitsluiting op het psychosociaal welbevinden van de LHBTI-gemeenschap. Ook mannen die hun homoseksualiteit ‘out and proud’ vieren, worstelen vaak nog fundamenteel met schaamte, en dus met hun zelfbeeld. Dit ‘homotrauma’ speelt ook in de Amsterdamse context, waar LHBTI’s ondanks de ogenschijnlijke vrijheid nog altijd op grote schaal worstelen met hun ervaringen met uitsluiting die meestal teruggaan tot de vroege jeugd. Deze ervaringen hebben nog altijd grote invloed op de manier waarop hun seksualiteit en gender zich ontwikkelen. Filmmaker Robin Vogel maakte de documentaire Weg van de Kerk over dit thema, toegepast op de fetisjbar Club Church in Amsterdam, waaraan ik heb meegewerkt. Mijn conclusie was dat veel homomannen in het Amsterdamse uitgaansleven balanceren tussen gay pride en gay shame: zij vinden hun autonomie in de vrije moraal op het gebied van seks en gender, maar worstelen nog dikwijs met de manier waarop zij deze moraal een gezonde en gebalanceerde plek in hun leven kunnen geven.

> Lees mijn blog over het belang van het helen van homotrauma (2022)
> Lees mijn stuk over het Amsterdamse homonachtleven op De Correspondent (2016)
> Lees mijn toespraak over de moeizame acceptatie van LHBTI in Nederland (2017)
> Lees mijn interview over top en bottom als seksuele identiteiten op Expreszo (2015)

↑ Terug naar overzicht onderzoeksthema’s


7. De toekomst van seksualiteit en gender: androgynie

Door de feministische golven en de seksuele revolutie zijn we in korte tijd heel anders gaan denken over gender en seksualiteit. Zaken als gelijkwaardigheid tussen de genders, seksuele diversiteit en genderfluïditeit zijn overtuigend op de agenda gezet. Hoe zal dit zich de komende decennia verder ontwikkelen, in Nederland en in de wereld? Er is steeds meer sprake van maatschappelijke polarisatie rondom gender en seksualiteit, waarbij progressieve wokeness en conservatieve behoudzucht als excessen tegenover elkaar staan. De uitweg uit deze impasse ligt in mijn ogen in een radicale omarming van de androgyne kern van de mens. Wetenschappelijk onderzoek laat namelijk steeds overtuigender zien dat met name bij Homo sapiens alle mannen ook vrouwelijk zijn, en alle vrouwen ook mannelijk. Ik hou me bezig met de vraag hoe deze androgynie bij de mens evolutionair is ontstaan, en hoe desondanks 12.000 jaar geleden de patriarchale cultuur werd gevestigd tijdens de neolithische revolutie en de opkomst van de landbouwsamenleving. In deze cultuur werden mannelijkheid en vrouwelijkheid gespleten en in een hiërarchie geplaatst; een systeem dat tot de dag van vandaag intact is. Ik heb interesse in de vraag hoe de patriarchale cultuur onze samenleving, onze psyche en onze seksualiteit beïnvloedt. Ik vind het belangrijk om de vraag te stellen hoe seksualiteit en gender volledig bevrijd kunnen worden van patriarchale onderdrukking, en het concept androgynie geeft daarbij broodnodige houvast. Zo hou ik me bezig met het verbeelden van een nieuwe post-patriarchale samenleving waarin de genders weer geïntegreerd worden, en waarin het heteronormatieve monogame kerngezin zoveel mogelijk wordt uitgedaagd.

> Lees mijn pleidooi voor afscheid nemen van de non-binaire mens, en welkom heten aan de androgyne mens (2022)
> Lees mijn pleidoo
i tegen politieke correctheid in de LHBTI-emancipatie (2022)
> Lees mijn stuk over de androgyne kern van de mens op De Correspondent (2021)
> Lees mijn stuk over hoe we de androgyne kern in onszelf herstellen (2022)
> Bekijk mijn interview over emancipatie en wokeness in De Nieuwe Wereld (2021)
> Lees meer over mijn onderzoeksagenda naar androgynie (2022)

↑ Terug naar overzicht onderzoeksthema’s


8. Democratisering van wetenschap en technologie

Nederland identificeert zich sterk met zaken als secularisme, rationaliteit en moderniteit. Wetenschap en technologie zijn het kloppende hart van moderne westerse samenlevingen, en zijn een bron van nationale trots en zelfverzekerdheid. In de traditie van Science & Technology Studies (STS) bestudeer ik de rol van wetenschap en technologie in de moderne samenleving kritisch. Onder andere in de aanpak van de coronacrisis werd pijnlijk duidelijk dat de bestaande opvatting van wetenschap en technologie als objectief en neutraal grote beperkingen heeft. Technocraten, monodisciplinaire experts en hoogtechnologische bedrijven trekken steeds meer macht naar zich toe in de aanpak van hedendaagse ‘wicked problems’, zonder dat hun belangen op het gebied van winst of surveillance worden gezien of geproblematiseerd. Ik wil laten zien dat het democratiseren van wetenschappelijke kennis niet alleen leidt tot meer inzicht in en betere aanpak van hedendaagse ‘wicked problems’, maar ook tot meer vertrouwen in en minder polarisatie rondom wetenschap en technologie.

> Lees mijn pleidooi voor een nieuwe democratische wetenschap naar corona op de Universiteit Utrecht (2022)
> Bekijk mijn lezing over het democratiseren van de wetenschap naar corona op de Radboud Universiteit (2021)
> Bekijk mijn interview over het gebrek aan linkse kritiek op het gebruik van wetenschap en technologie tijdens de coronapandemie in De Nieuwe Wereld (2021)
> Lees mijn stukken over mijn bezwaren bij de mRNA-vaccinatie en de technologische aanpak van Covid-19 (2020)
> Lees mijn analyse van de bijdrage van Bruno Latour aan Science & Technology Studies (STS) (2015)

> Lees over mijn interview met Bruno Latour in Sociologie (2014)

↑ Terug naar overzicht onderzoeksthema’s

search previous next tag category expand menu location phone mail time cart zoom edit close