Buijs versus UvA: hoe de juridische strijd nu verder zal gaan

5 minuten

read

De zomervakantie is bijna voorbij, en dat betekent dat de juridische strijd met de UvA hervat zal worden.

Ik heb de afgelopen twee jaar als medewerker van de UvA alles gedaan wat ik kon om de crisis van de academische vrijheid die ik om zich heen zag grijpen intern te agenderen: eerst via allerlei informele gesprekken met leidinggevenden, en vanaf begin 2023 via een formele klokkenluidersprocedure. Onderaan dit bericht is een samenvatting van mijn klokkenluidersmelding te lezen (groen kader).

Helaas is de UvA geen moment bereid gebleken om mij en mijn melding serieus te nemen en de aandacht te geven die het verdient. Leidinggevenden keken weg en ik werd met harde sactionering steeds meer geïsoleerd en gezondebokt. De commissie-Stolker die mijn melding uiteindelijk moest onderzoeken, constateerde wel dat de academische vrijheid fundamenteel werd bedreigd en stelde stevige maatregelen voor, maar verklaarde mijn klokkenluidersmelding desondanks toch ongegrond.

Lees meer over de discussie die op de UvA ontstond over het onderzoek van de commissie-Stolker:
De problemen met het onderzoek van de commissie-Stolker: nieuw onderzoek nodig

De relatie tussen mij en de UvA is daardoor steeds meer verhard en geformaliseerd. Ik heb de afgelopen maanden op allerlei manieren geprobeerd om door middel van dialoog tot oplossingen te komen met het centrale bestuur, onder andere via een mediationtraject en een poging tot bemiddeling. Maar ik bemerkte steeds dezelfde houding van het bestuur: hard en koud, autoritair en streng, zonder ruimte voor empathie en introspectie.

De UvA heeft mij maandenlang op allerlei manieren gesanctioneerd via verschillende maatregelen, zoals het isoleren van collega’s, het afnemen van mijn dagelijkse werkzaamheden, het uitvaardigen van een spreekverbod en het uitvaardigen van een campusverbod. Ik heb de UvA herhaaldelijk erop gewezen dat deze maatregelen in strijd zijn met de klokkenluiderswetgeving, en dat ik mij er daarom niet bij kan en zal neerleggen.

De UvA vertaalde dit vervolgens in allerlei beschuldigingen aan mijn adres. Volgens het bestuur kwam ik de “afspraken” maar niet na, terwijl we juist door de eenzijdige en harde sanctionering van de UvA nooit tot goede wederkerige afspraken hebben kunnen komen.

Toen ik tegen het einde van het academische jaar steeds meer mijn geduld begon te verliezen na maandenlange intensieve strijd en onrechtvaardige behandeling, werd ik bovendien beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag. Dit werd vervolgens door de UvA gebruikt om mij op non-actief te zetten en mijn ontslag aan te kondigen, en om bij de rechter verwarring te zaaien over de oorzaak (root cause) van de verstoorde arbeidsverhoudingen.

Lees meer over de verwarring die werd gezaaid tijdens het kort geding dat ik tegen de UvA aanspande over klokkenluidersbescherming:
De problemen met het vonnis in kort geding om klokkenluidersbescherming

Helaas is het herhaaldelijk, en ook de afgelopen weken weer, niet mogelijk gebleken om met gesprek en dialoog tot goede afspraken te komen met de UvA, met respect voor mijn arbeidsverleden van maar liefst 17 jaar en voor de belangen van mij als klokkenluider. Daarom zal de komende tijd de kwestie via juridische wegen verder verlopen:

  • Eind deze maand (augustus 2023) is de volgende rechtszaak over wie schuldig is aan de verstoorde arbeidsverhoudingen en wat daarvan de consequenties zijn.
  • Dit najaar dient het hoger beroep van de zaak over de vraag of de UvA de klokkenluiderswetgeving heeft overtreden.
  • Daarnaast doorloop ik een procedure om mijn klokkenluidersmelding opnieuw te laten onderzoeken door het Huis voor Klokkenluiders in Den Haag.

Ik knok net zo lang door totdat de grote crisis van de academische vrijheid op de UvA serieus wordt genomen. Voor mij bestaat er nog altijd geen twijfel over: de sociale wetenschappen aan de UvA zijn bestuurlijk en ideologisch ernstig ontspoord, en extremistische woke-ideologie vormt een directe bedreiging voor de academische vrijheid, een door Europese wetgeving beschermd grondrecht.

Lees hoe mijn wetenschappelijke werk naar gender onder vuur kwam te liggen in mijn rol als klokkenluider:
Maak kennis met mijn “verboden” wetenschappelijke werk over gender

Ik hoop uiteindelijk mijn naam te zuiveren van de harde en onrechtvaardige aanvallen van de UvA op mijn persoon en mijn wetenschappelijke werk, die mijn persoonlijke en professionele leven zeer ernstig hebben geschaad. Het is de afgelopen maanden teveel over mij als persoon gegaan, waardoor de aandacht is afgeleid van de interne bestuurlijke chaos en de onacceptabele ideologisering van het onderwijs en onderzoek van de sociale wetenschappen.

Dat is op korte termijn even gelukt, maar we gaan zien hoe dat op de langere termijn zal aflopen. Elke klokkenluider weet dat daadwerkelijke erkenning van hun melding een zaak van de lange adem is.

Samenvatting klokkenluidersrapport
In mijn klokkenluidersrapport onderbouw ik de stelling dat het onderwijs en onderzoek bij sociale wetenschappen op de UvA dusdanig bedreigd wordt door radicale “woke cultuur”, dat men kan spreken van overtreding van artikel 13 van het EU Handvest van Grondrechten (het recht op academische vrijheid).

Er is sprake van radicalisering van een kleine maar zichtbare en goed georganiseerde groep studenten en staf, die steeds meer de sfeer bepaalt van het hele instituut. Er is daardoor een cultuur aan het ontstaan van impliciete codes en normen over wat wel en niet gezegd en gedacht mag worden, waarmee de overgrote meerderheid (vaak onbedoeld en onbewust) meebeweegt.

Deze cultuur wordt steeds meer geformaliseerd, bijvoorbeeld in de vorm van beleid op het gebied van diversiteit en sociale veiligheid. Wie over bepaalde gevoelige thema’s (zoals Corona, islam en gender) posities inneemt die anders zijn dan sociaal wenselijk geacht, krijgt te maken met uitsluiting, onveiligheid en sanctionering.

Ook wordt beleid op het gebied van diversiteit en sociale veiligheid misbruikt voor persoonlijke afrekeningen onder staf en het uit de weg ruimen van ideologische tegenstanders. Er bestaan daarbij geen goede procedures waarmee collega’s die beschuldigd worden van sociale onveiligheid, discriminatie of grensoverschrijdend gedrag hun kant van het verhaal kunnen laten horen.

Bestuurders van de UvA zijn op de hoogte van de misstanden. Er wordt over gesproken, maar er wordt ook voor weggekeken. En er wordt niet tegen opgetreden. Dit is te verklaren omdat het UvA-bestuur belangen heeft bij de ingezette ontwikkelingen op het gebied van diversiteitsbeleid en sociale veiligheid, bijvoorbeeld in de vorm van prestige, geldstromen en posities.

Ontdek meer van Laurens Buijs

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder