De Commissie-Stolker is zojuist met hun onderzoeksrapport over mijn klokkenluidersmelding naar buiten gekomen. De commissie komt tot de conclusie dat er wel degelijk grote problemen zijn met de academische vrijheid die hen zorgen baren. Ze komen dan ook met niet minder dan tien ingrijpende maatregelen om de academische vrijheid op de UvA te beschermen en te bevorderen.
“De aanbevelingen en beschouwingen van de commissie over academische vrijheid geven aanleiding tot zorg. De polarisatie in de samenleving is ook binnen universiteiten een steeds grotere rol gaan spelen, de UvA incluis. Dat plaatst ons voor de gezamenlijke opgave om zelfcensuur en intolerantie te voorkomen. Academische vrijheid is de ziel van de universiteit, en die moeten we beschermen en op een goede manier verbinden met onze maatschappelijke betrokkenheid. De tien aanbevelingen bieden ons mooie handvatten om dit verder vorm te geven.”
Peter-Paul Verbeek, rector-magnificus UvA
Tegelijkertijd wordt mijn melding wel ontvankelijk maar niet gegrond verklaard, en is er volgens de commissie dus geen sprake van een misstand. Dit zie ik als gegoochel met taal waarmee het huidige bestuur de hand boven het hoofd wordt gehouden en niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de crisis van het vrije woord op de UvA.
Er is op de UvA sprake van ernstige institutionele misstanden: ‘woke’ is een goed gefinancierd en gecoördineerd netwerk met geldstromen, hoogleraarposities, vakken en onderzoeksgroepen, dat actief bezig is macht te verwerven en tegenstanders uit de weg te ruimen. Woke zit bovendien diep geworteld in de postmoderne aannames van allerlei vakgebieden, zoals gender studies en critical race studies. Deze vakgebieden zitten simpelweg in een grote crisis. Net als vele andere universiteiten in binnen- en buitenland, lukt het de UvA ook met deze commissie niet om dit gewoon te erkennen en om een stevige, woke-kritische positie te ontwikkelen.
Nederland heeft met eigen ogen kunnen zien wat er gebeurde rondom de publicatie van mijn stuk in Folia: studenten eisten mijn schorsing, en mijn leidinggevende koos partij voor deze studenten en tegen mij en mijn wetenschappelijk werk. Dit was de opmaat naar mijn ontslag. De commissie probeert dit in het rapport weg te poetsen, maar dit is gewoon gebeurd en allemaal zwart op wit terug te lezen.
Ik heb mij als klokkenluider sterk gemaakt voor de Universiteit van Amsterdam. Dat is voor de UvA die ik ken als student en als medewerker: een vrijplaats met kleurrijke personen en de meest afwijkende perspectieven. De huidige generatie bestuurders heeft deze cultuur om zeep geholpen, en verstopt dat achter een walm van mooie woorden.
“Het gaat dan om de vraag of academische vrijheid niet óók bedreigd wordt door interne groepsprocessen en groepsdruk die maken dat het innemen van minderheidsstandpunten buiten een dominante stroming tot een vorm van sociale uitsluiting leidt. Daardoor zouden belangrijke andere perspectieven buiten beeld blijven of raken. In essentie gaat het dan om de spanning tussen de concepten academische vrijheid en academische gemeenschap; tussen individu en collectiviteit. De commissie voelde die spanning nadrukkelijk tijdens de gesprekken, en roept op die spanning tussen academische vrijheid en universitaire gemeenschap stevig te adresseren. Een belangrijke opdracht van de universiteit is immers dat men medewerkers met afwijkende opvattingen en perspectieven juist niet uitsluit. Melder heeft dat punt terecht benadrukt.”
Rapportage Commissie-Stolker
Maar dit alles kan niet verbloemen dat je op de UvA als docent of als onderzoeker onveilig bent als je andere opvattingen hebt over bijvoorbeeld gender, religie, klimaat of corona dan sociaal wenselijk wordt geacht. In mijn melding heb ik deze verstikkende cultuur beschreven en gelinkt aan de wijze van financieren en besturen van de universiteit.
En dat is wat de UvA toch vroeg of laat aan zal moeten kijken als zij daadwerkelijk met academische vrijheid aan de slag wil: het incompetente bestuur, en de ongekende agressie en intimidatie van de woke-cultuur met name in het Gender & Sexuality-netwerk van de UvA, maar dat zich veel verder strekt tot diep in de afdelingen Sociologie, Antropologie, Politicologie, Geografie en andere plekken.
Er is sprake van een grote crisis van de academische vrijheid, daarover zijn we het nu in elk geval eens. Ik heb mijn uiterste best gedaan dit aan te kaarten, en daar ben ik trots op. De gevestigde orde op de UvA heeft vanaf mijn melding alles in het werk gezet om mij als persoon en als klokkenluider onschadelijk te maken. Dat leidde eerder tot allerlei sanctionering, daarna tot mijn schorsing, toen tot disproportioneel juridisch geweld, en nu tot dit eigenaardige rapport, dat zegt dat ik gelijk heb zonder mij dat gelijk te geven.
Het gaat mij in mijn strijd tegen woke in de eerste plaats niet om het succes wat ik daarmee boek of de mate waarin ik gelijk krijg, maar om de plek waar ik ben gaan staan. En op die plek sta ik stevig, en met trots. Ik geloof dat we in een tijd van kleur bekennen leven, en dat heb ik gedaan. Ik wens mijn studenten en collega’s veel wijsheid toe met zelf kleur bekennen. Ik gun het hen dat zij de waarde van de vrijheid meer gaan voelen die ligt achter hun eigen ideologische en morele gelijk.