Verklaring: rechter doet uitspraak in kort geding over klokkenluidersbescherming

Vandaag kwam de uitspraak van de rechter over het kort geding over klokkenluidersbescherming: helaas is alles afgewezen. De rechter gaat eigenlijk helemaal mee in de UvA-framing waarin ik als oorzaak van de conflicten op de UvA word gezien. Mijn punt, dat de escalaties uiteindelijk het gevolg waren van het feit dat ik als wetenschapper en klokkenluider geïntimideerd en benadeeld ben, wordt door de rechter niet eens in overweging genomen. Ik ben direct met mijn advocaat in overleg gegaan over de optie om in hoger beroep te gaan.

De rechter spreekt mij streng en hard toe, vooral op het punt waar ik een beroep doe op de rechterlijke macht. Hij schaart zich bij de al grote groep van mensen die mij demoniseren en snoeihard over mij oordelen. De UvA wordt neergezet als een organisatie “met engelengeduld”, en ik als iemand die “op oorlogspad” is. Dit is evident in strijd met de feiten, maar ook met de chronologie van de gebeurtenissen. De rechter leest van achteren naar voren. Niet van voren naar achteren. Het is deze omdraaiing van de werkelijkheid waar ik al twee jaar tegen vecht. Het gevoel van onrecht dat hiermee gepaard gaat is en blijft heel groot, en dat heeft deze rechter helaas niet kunnen wegnemen.

Met mij gaat het persoonlijk en emotioneel een stuk beter sinds ik geen contact meer heb met het CvB en de UvA. Ik heb de afgelopen 2 jaar op de universiteit – sinds ik kritisch werd op de coronamaatregelen en op de ontwikkeling van gender studies – als een hel ervaren. De afgelopen maanden als klokkenluider waren nog erger. De wijze waarop het College van Bestuur van de UvA in die rol met mij is omgegaan heb ik ervaren als een vorm van ernstige emotionele en psychologische mishandeling. Die behandeling gun je je ergste vijanden niet.

Ik ben opgelucht dat ik uit die situatie ben bevrijd. Ik merk dat het leven langzaam weer wat meer kleur krijgt. Ik ben ontzettend dankbaar voor de vele mensen die de afgelopen tijd om mij heen zijn gaan staan en die mij niet bevechten maar juist waarderen om wie ik ben, en die zich scharen achter de gemeenschappelijke strijd die we moeten voeren om de academische vrijheid in Nederland te redden.

Ik ben verder nog middenin het proces van verwerken van wat er gebeurd is de afgelopen maanden. Het huidige bestuur van de UvA heeft mij gedemoniseerd en met de grond gelijk gemaakt. De wijze waarop dit is gegaan heeft mij diep geschokt en geschaad, en het zal nog even duren voor ik dat echt verwerkt heb. Ik ben ook nog in rouw over het verlies van contact met collega’s (met enkelen had ik een diepe vriendschap), en over het verlies van contact met studenten in mijn werk als docent, waar ik altijd veel plezier en zingeving uit haalde.

Ik heb verdriet over de grote schade die is aangericht, aan mij, aan mijn wetenschappelijke werk, aan relaties met collega’s en aan de UvA – een instituut waar ik veel van hou. Ook worstel ik nog met de introspectie op mijn eigen houding. Enerzijds heb ik gedaan wat ik kon en ben ik trots op de strijd die ik heb geleverd tegen dit grote instituut. Anderzijds heb ik spijt van het feit dat ik de intimidatie en agressie tegen mij hier en daar hard heb teruggekaatst. Dat is strategisch niet slim geweest, omdat ik daarmee precies in de val ben gelopen die mijn tegenstanders voor me hebben opgezet. Zij hebben er natuurlijk belang bij om mij weg te zetten als ontspoord en agressief, want dan blijven de ongekende misstanden op de UvA bedekt. 

Maar los van strategie vind ik het ook spijtig dat ik op deze manier heb bijgedragen aan de vechtenergie die er al teveel is: op de UvA en überhaupt op de wereld. Ik ben daarom veel bezig met de vraag hoe ik zelfs intimiderende en kwaadaardige tegenstanders met meer mildheid tegemoet kan treden: daarin wil ik graag verder groeien. Uiteindelijk is de zorgelijke staat waarin de UvA en veel collega’s momenteel verkeren natuurlijk vooral een reden om compassie en medelijden voor hen te voelen, in plaats van boosheid en frustratie.

Deze uitspraak is teleurstellend, maar op mijn persoonlijke gemoedsrust heeft het – na alles wat er al gebeurd is – niet veel impact meer. Ik ga graag met mijn juridisch team in overleg over de mogelijkheden tot hoger beroep. Dat doe ik niet zozeer uit eigenbelang, maar vooral uit belang van de vele klokkenluiders in Nederland die snakken om bescherming en voor wie er dringend nieuwe jurisprudentie nodig is. En natuurlijk voor de academische vrijheid, die niet alleen op de UvA maar in heel Nederland ernstig onder druk staat. Toekomstige wetenschappers die besluiten daartegen in opstand te komen mogen zich nooit meer zo onbeschermd voelen als ik.

%d bloggers liken dit:
search previous next tag category expand menu location phone mail time cart zoom edit close