Jordan Peterson was deze week weer eens te gast bij Joe Rogan, en hij was goed op stoom. Ook het onderwerp transgender komt weer aan bod. Peterson is en blijft zeer kritisch op het fenomeen transgender. Ook in deze video weer lijkt hij het fenomeen weg te zetten als een gril van een ontspoorde samenleving. Peterson voorspelt zelfs een breuk binnen de LHBTI-alliantie: volgens hem zijn veel transvrouwen onnodig geopereerde homomannen, en komt er een moment dat de homobeweging deze ‘mutilatie’ niet langer pikt. Het is dit soort gedachtengoed dat snel terrein wint in allerlei nieuwe rechtse en conservatieve bewegingen, en waar dringend een progressief-links antwoord op geformuleerd moet worden.
Peterson slaat door in zijn analyse; dit gaat naar transfobie toe, en het is niet de eerste keer dat hij daarmee flirt. Ik vind in zijn verhaal bovendien in algemene zin onvoldoende respect en compassie doorklinken voor de zeer complexe positie van vrouwelijkheid in het patriarchaat.
Desondanks doe je hem ook tekort door zijn gehele argumentatie met labels als seksisme en transfobie weg te zetten. Hij zegt teveel interessante dingen om zomaar aan de kant te schuiven. Sterker nog, zijn analyse is deels ook erg scherp, hoe confronterend ook voor de liberaal-progressieve LHBTI. Willen we tot een bevredigend antwoord komen op kritiek op LHBTI zoals dat van mensen als Peterson komt, dan zullen we hem ten eerste zo serieus mogelijk moeten nemen. Wat punten die ik uit zijn verhaal haalde die ik goed en waardevol vind:
- Er wordt te nonchalant omgegaan met het onderscheid tussen man en vrouw. Het moderne emancipatiedenken en ook het denken uit de constructivistische sociologie zorgen voor allerlei vormen van wokisme en politieke correctheid. Dat drukt nu een te groot stempel op de wijze waarop we met het onderscheid omgaan. Er wordt te vaak gedaan alsof het onderscheid maken zelf het gevolg is van een onderdrukkende westerse ideologie, maar dit is niet terecht. De mens is een biologisch wezen en het sekseverschil speelt een fundamentele rol in onze biologie. Bijna alle mensen zijn eenvoudig als man of vrouw in de delen, inclusief de LHBTI-groep. De primaire genderidentiteit, ofwel het basale gevoel van ‘ik ben een man’ of ‘ik ben een vrouw’, komt voor een groot deel voort uit onze biologische constitutie.
- Er wordt te nonchalant omgegaan met het concept transgender. Het concept is vooral door de komst van non-binaire gender veel teveel opgerekt. Er wordt bij veel kinderen uit progressieve en liberale milieus onterecht het idee gecreëerd dat er een bont fluïde middenveld is op het gebied van sekse en primaire genderidentiteit, en dat het helemaal okay is om je eigen identiteit en je eigen voornaamwoorden zelf te kiezen. Er wordt onvoldoende verteld dat het leven met bepaalde opgelegde begrenzingen komt, en dat die beperkingen juist op het gebied van sekse en primaire genderidentiteit goed te voelen zijn.
- Het is van groot belang om goede diagnostiek te doen voor wij mensen (en met name jongeren) tot de trans-groep rekenen. Hiervoor moet het concept ‘genderdysforie’ leidend zijn. Dit concept geeft handvatten om goed uit te filteren bij wie de behoefte aan geslachtsverandering permanent is en echt vanuit de diepte van de persoonlijkheid komt, en bij wie er meer sprake is van een gril. Het is van groot belang goed onderscheid te maken tussen mensen die het leuk, geil of spannend vinden om aan ‘crossdressing’ te doen (niets mis mee, maar dat is wat anders dan genderdysforie), en mensen die een authentieke wens om geslachtsverandering hebben (dat is wél genderdysforie).
- Het is van groot belang om zicht te krijgen op de rol van de psychoanalytische thuissituatie in het diagnostiseren van genderdysforie. Peterson heeft gelijk dat met name de moeder een rol kan spelen in het ontwikkelen van de behoefte bij het kind om zich als vrouw te presenteren. Peterson spreekt van het archetype van de verslindende moeder (de ‘devouring mother’), wat lijkt op wat ik eerder heb geschreven over de animus-gedreven vrouw. Het is en blijft belangrijk om te erkennen dat er mensen bestaan met een behoefte aan geslachtsverandering die voortkomt uit psychoanalytisch trauma; zij zijn uiteraard geholpen met goede psychotherapie en niet met geslachtsverandering.
- We zullen moeten erkennen dat de trans-categorie op dit moment te slecht gedefinieerd is en dat er daarom een hoop mensen in die categorie instromen die er niet in thuis horen. Dat betreft niet alleen mensen met overwerkt trauma (zie vorige bullet), maar ook mensen die in de war zijn gebracht door doorgeslagen constructivistische en ‘woke’ narratieven over gender. Een hoop mensen kunnen uitstromen uit de trans-groep als er cultureel en maatschappelijk meer ruimte wordt gemaakt voor androgynie: voor mannelijke vrouwen en vrouwelijke mannen, en überhaupt voor de vrouwelijke kant van alle mannen en de mannelijke kant van alle vrouwen.
- In algemene zin moet beter interdisciplinair onderzoek gedaan worden naar genderdysforie, en in het bijzonder naar de indicators van wat ‘desistance’ of ‘detranstioning’ wordt genoemd: het fenomeen dat de behoefte aan geslachtsverandering bij een groep transgenders later vanzelf verdwijnt. Het is van groot belang deze groep tijdig in het diagnostische proces eruit te filteren, nog voordat gelsachtsveranderende behandelingen worden aangeboden. Deze behandelingen zijn namelijk voor een groot deel onomkeerbaar, en gebeuren wel in een doorgaans gezond menselijk lichaam. Het is belangrijk om in interdisciplinair onderzoek naar genderdysforie de individuele, fysiologische, psychologische, sociale en maatschappelijke factoren zo goed mogelijk te isoleren en van elkaar te onderscheiden.
Lees mijn stuk over waarom de mens niet zonder het onderscheid tussen mannelijk en vrouwelijk kan (2022):
Genderneutraliteit als dwaalspoor: waarom emancipatie niet zonder mannelijk en vrouwelijk kan
Tegelijkertijd slaat Peterson zelf ook door. De kijker van dit filmpje kan na afloop met het gevoel achterblijven dat de hele transbeweging één grote farce is, dat er bij alle gender clinics sprake is van bedrog, en dat we helemaal niemand een geslachtsverandering moeten aanbieden. Dit is gevaarlijk en onwenselijk gedachtengoed, omdat dit het bestaan ontkent van een kwetsbare groep transgenders die onze steun hard nodig heeft. Wat punten ter overweging:
- Transgender is van alle tijden en culturen. Het hoort bij het ongelofelijk complexe spectrum van gender en seksualiteit bij de mens. Er zijn vele antropologische studies die de rol van transgenders in inheemse culturen beschrijven, waarin zij vaak een bijzondere en spirituele rol hebben. Er zijn serieuze aanwijzingen dat collectieven van complexe sociale soorten evolutionaire voordelen halen uit de aanwezigheid van een kleine minderheid van transgenders, omdat zij bestaande meer traditionele genderverhoudingen kunnen ‘smeren’ en transformeren.
- Er gebeuren al decennialang geweldige onderzoeken naar transgenders, en wetenschappers hebben allerlei slim onderzoek gedaan om er zeker van te zijn dat we transgender als fenomeen kunnen onderscheiden van bijvoorbeeld persoonlijkheidsstoornissen. De klassieke studie van psychoanalyticus Robert Stoller genaamd Gender & Sexuality. The Development of Masculinity & Femininity (1968) is hier een goed vroeg voorbeeld van. Stoller onderzoekt hier nauwkeurig wat de verschillen en overeenkomsten zijn tussen de opvoeding, emotionele binnenwereld, seksualiteit en genderidentiteit van travestieten, transgenders en intersekse personen.
- We mogen erg blij en trots zijn met geavanceerde medische instellingen voor transgenders, zoals de Gender Clinic aan de VU. Ook daar wordt nog elke dag geleerd en onderzoek gedaan en niet alles gaat goed, maar de kennis en betrokkenheid die daar aanwezig is, is ongelofelijk. Zij helpen dagelijks met het transformeren van de vaak kwetsbare levens van onze transgender medemens, voor wie dit soort behandelingen vaak het begin zijn van het ervaren van enigszins stabiel levensgeluk en eigenwaarde.
- Transgender en homoseksualiteit hebben veel met elkaar gemeen en kunnen veel van elkaar leren. De LHBTI-alliantie is een logische en krachtige alliantie, juist omdat het hele spectrum van gender en seksualiteit erin verenigt en samenkomt. LHBTI hebben uiteindelijk één boodschap aan de wereld: we zijn dan wel allemaal opgegroeid in een heteronormatieve en patriarchale samenleving, maar er is een gigantische diversiteit aan gender en seksualiteit onder mensen.
- Sterker nog, de LHBTI-beweging is een uitstekende herinnering aan het feit dat élk mens een regenboog in zich heeft. Elk mens is namelijk androgyn: alle mannen hebben een vrouwelijke kant, en alle vrouwen een mannelijke kant. Ons geluk en welzijn hangt heel direct samen met hoe wij dit durven te erkennen, en met de hoeveelheid ruimte die we durven te geven aan de veelkleurigheid in ons. Op een bepaalde manier zullen we vroeg of laat dus állemaal uit de kast moeten komen.
Lees mijn stuk over de androgyne kern van de mens in De Correspondent (2021):
Wat we van jagers en verzamelaars over mannelijkheid en vrouwelijkheid kunnen leren